Die man bij de waterkant
staat hij nou te vissen of te plassen
Categories
Die man bij de waterkant
staat hij nou te vissen of te plassen
Zo heb ik ze het liefste, slapend. Dan kan ik ze gemakkelijker tellen als de mijne. En het is stil genoeg in huis voor de herrie in mijn hoofd – die komt dan ook tot rust. Stapels naaiprojecten, kleren die niet afkomen en als ik eens iets afmaak, niet lekker zitten. Een halve meter werk op de rechterhoek van mijn bureau, geen idee meer wat er in zit. Personages die in mijn hoofd staan te schreeuwen om aandacht, tijd bij de laptop, aanwezigheid op het scherm, op papier, in de hoofden van anderen. De was hangt half uit de machine. Laat ik me inschrijven voor een volkstuin.
Drie paar schoenen stukgelopen zeven jaren niet geslapen er is geen puperrode bloempje bloed in het baringsbed placenta al in een vuilniszak voordat ik klaar was met douchen bed schoon opgemaakt door de kraamhulp die ik een hand moest geven met mijn benen wijd open Is dit mijn hutje op kippenpoten waar de schoonmaker zich over mijn nieuwe kind buigt waar iedereen door beweegt zonder mij waar ik de grootmoeder zoek in de vouwen van de lakens
Ik lunch graag in het ziekenhuis de dood is er ook ik zie hem nooit ballonnen in roze of blauw speciale stiften om op gips te schrijven twee onbekenden vergelijken rollatoren een dikke verpleegster wipt heen en weer voor de warmhoudplaat nat trekt het patroon in de tegels nieuw gebakken vers gemaakt druppelend vloeiend in het trapgat waar ze rechtstandig omhoog komen om patiënt te worden ik zit aan de kant met hen die al geweest zijn